“De kleinste taak als een afwas van vijf minuten kan uitputtend zijn.”
Mijn ouders verloren een kindje vlak voordat ik er kwam. Slechts negen maanden later waren ze opnieuw zwanger. Ik zat in de buik van mijn moeder in volle rouw. Dit trauma heb ik meegekregen. Heel mijn leven heb ik me als een vervanging gevoeld.
Toen ik zelf zwanger werd, kwam het trauma terug naar boven. Ik kreeg paniekaanvallen tijdens mijn zwangerschap. Na de zwangerschap verminderden ze.
Ik heb het altijd moeilijk gevonden om te voelen wanneer ik rust moet nemen. Dat heb ik ook nooit geleerd. Mijn ouders werkten heel hard. Ik werkte met mensen met een beperking en vond dat het altijd beter kon. Hierdoor leefde ik voor mijn cliënten maar vergat ik om voor mezelf te zorgen. Ik ging zelfs werken met 40 graden koorts. Ik besef nu dat doseren belangrijk is, dat is iets wat ik nooit goed kon. Naast overdrijven met werk, deed ik dit ook met sporten, waardoor ik er fysiek over ging. Dit doseren probeer ik nu over te brengen bij mijn zoontje, Sebas.
Die periode van mezelf vergeten en het onverwerkte trauma uiten zich nu in vermoeidheid. Zo’n zware vermoeidheid dat het niet meer lukt om normaal te functioneren. De kleinste taak als een afwas van vijf minuten kan uitputtend zijn.
Daarom ben ik momenteel doorheen de week in opname, in het weekend ga ik naar huis. De laatste weken ga ik minder naar huis, omdat ik het gevoel heb dat ik mijn gezin geen kwaliteit kan bieden. Dit heeft niet enkel een grote invloed op mijn gezin, maar ook op mijn zelfbeeld.
Het voelt alsof ik gefaald heb, omdat ik er niet kan zijn voor Sebas. Bij hem zijn en met hem spelen bezorgt me enorm veel energie. Dan kan ik het kind in me vrijlaten en Peter Pan-gedachten hebben.
Het werk loslaten lukt makkelijker. In de toekomst zou ik graag terug iets kunnen betekenen voor anderen.
Ik ben enorm gevoelig aan prikkels, zowel auditieve als visuele. Luide en scherpe stemmen komen hard binnen en zorgen voor veel spanning, wat vermoeiend is. De veelheid aan prikkels die binnenkomt kan bij mij in het ergste geval leiden tot dissociatie. Dan keer ik terug naar de jongste levensfase, waar het grootste trauma ligt. Als ik dissocieer, sluit ik me helemaal af van de buitenwereld. Ik hoor en zie dan niets meer. Wat die dissociatie nog moeilijker maakt is het onbegrip van de verpleging. Tijdens de moeilijkste fase van de dissociatie kan ik horen, maar kan ik niet reageren. Verpleegkundigen doen soms pijnlijke uitspraken, wat het nog moeilijker maakt.
Door mijn vermoeidheid heb ik veel slaap nodig, ook overdag. De psychiater zegt dat, als ik ’s avonds nog in slaap kan vallen, ik die slaap overdag nodig heb. Toch zijn er verplegers die me wakker komen maken als ik overdag slaap. Dit is lastig want ik probeer dan net te werken aan die vermoeidheid.
Back to Top